De laatste twee seizoenen kende Steven Kruijswijk veel pech rondom de Ronde van Frankrijk. In 2022 moest hij na een valpartij in de rit naar Carcassonne met meerdere breuken opgeven en afgelopen seizoen kwam hij zelfs helemaal niet in actie, omdat hij zijn sleutelbeen en bekken brak bij een valpartij in het Critérium du Dauphiné. “Ik ben daar nog altijd van aan het herstellen”, vertelt hij aan WielerFlits.
Fysieke conditie
De voorbije winter werkte de Noord-Brabander daarom vooral aan zijn fysieke conditie. “Ik heb nu twee keer achtereen mijn sleutelbeen en schouder gebroken. Dat maakt het er meestal niet beter op. Het is zaak om er ook in de toekomst aandacht aan te blijven schenken, maar het belemmert me op de fiets momenteel niet.” Na zijn valpartij in de Dauphiné, was Kruijswijk vanaf september onder meer actief in de Tour of Britain, de Ronde van Luxemburg en de Tour of Guangxi. Dat was vooral met het oog op het maken van kilometers. Als de voorbereidingen op het nieuwe seizoen volgens plan verlopen, hoopt de 36-jarige Nederlander weer een normaal jaar te draaien.
Ambities
“Het is opnieuw mijn ambitie om een grote ronde te winnen met de ploeg”, zegt Kruijswijk. “Ik hoop gewoon weer onderdeel te zijn van de Tour-ploeg. Zoals het er nu naar uitziet, gaat dat ook gebeuren. Mijn jaar is geslaagd als we met de ploeg de Tour winnen en ik daar een grote bijdrage aan heb geleverd, tot het eind.» Ik begin in Tirreno-Adriatico, samen met Jonas Vingegaard. Daarna ga ik ook veel met hem op pad, naar de Ronde van Catalonië en de Ronde van het Baskenland. Daarna begint de Tour-voorbereiding met een stage, gevolgd door het Critérium du Dauphiné. Na de Tour ligt het nog open, dat is nog niet zeker. Ik sta wel op de longlist voor de Vuelta a España.
WK op de weg
Het seizoen 2024 is een ietwat vreemde door de Olympische Spelen. Kruijswijk was er acht jaar geleden in Rio de Janeiro bij, maar dit jaar niet. “Ik kijk eerder naar het WK in Zwitserland. Dat is een geschikter parcours voor mij. Nederland mag er met zeven of acht renners starten. Wat dat betreft is de Spelen overigens ook een heel rare situatie, met zo veel kleine ploegen. Je krijgt een heel klein peloton. Ik snap ook niet helemaal het idee daarachter, moet ik zeggen. Er rijden daar straks negentig renners op een parcours van 250 kilometer. Een heleboel goede renners moeten vanwege die regels ook thuisblijven. Voor de mensen die het volgen, is dat niet herkenbaar.”
Kruijswijk gaat zelfs nog iets verder. “Als je zoals op de Olympische Spelen met maximaal vier en in het geval van Nederland slechts maar drie renners mag starten, krijg je kwalitatief niet de beste wedstrijd. Dat is gewoon heel jammer. Ik vind dat dit afbreuk doet aan de waarde die Olympische Spelen toch hebben.” Misschien is het daarom ook zo dat een wereldtitel in het wielrennen in veel gevallen hoger aangeschreven is dan olympisch goud. Kruijswijk werd aan de Braziliaanse Copacabana in 2016 overigens 39ste op ruim twaalf minuten van winnaar Greg Van Avermaet. Slechts 65 renners haalden die dag de finish, waarvan twee buiten de tijdslimiet.